Drie blaadjes
Drie blaadjes wit,
drie blaadjes rood.
Ze ontspringen tussen,
de winterstenen,
zielloos getooid,
met zinloos bloed.
Ze bezingen schommelend,
in de wind,
oninneembaar verdriet.
Maar eens barsten ze,
prachtig open,
en kleuren ze,
vlaggen van hoop.
Maar hoop ik ook,
een verlenging van het lijden.
En toch is hij,
de enige straatlantaarn,
in een verduisterde stad.